Mijn voortgang blok voor blok
Toen ik op de quiltbeurs in Rijswijk het patroon My Small World tegenkwam, wist ik meteen wat mijn volgende project werd! De quilts van Jen Kingwell hebben alles wat ik leuk vind aan een quilt. Ze zijn vrolijk met gemixte printjes en verschillende blokken en vormen. Heel anders dus dan de traditionele ‘statische’ quilts, die vaak erg symmetrisch zijn. Dit is zeker het geval in de My Small World quilt!
Zo worden er verschillende technieken toegepast, zoals applique. Bovendien kun je de quilt zowel met de hand naaien als met de naaimachine. In deze blog laat ik jullie mijn voortgang van de My Small World quilt tot nu toe zien. Welke blokken ik heb gemaakt en wat ik lastig vond of juist niet!


My Small World quilt: Blok 1 t/m 8
Blok 1: Het eerste blok uit de serie is een zandloper blok (hourglass block). Een makkelijk blok om te naaien. Ik naaide deze met de naaimachine. Het enige waar je goed op moet letten is de plaatsing van de stof wanneer je stof een printje heeft!
Bij mij lopen de streepjes nu drie keer verschillend.. De ene keer verticaal, de andere keer horizontaal en de derde keer horizontaal en verticaal. Door het speelse karakter van de quilt en het feit dat de blokken niet naast elkaar komen, zal het gelukkig niet erg opvallen.

Blok 2: Het tweede blok zijn de zogenaamde ‘molenwieken’ (pinwheel block). Deze maak je van twee contrasterende stoffen. Wanneer je van alle driehoekjes het vierkante blok naait, is het belangrijk dat alle puntjes netjes bij elkaar komen. Ik doe daarom altijd een speld in de middelste naden op het punt waar alle punten samenkomen. Tijdens het naaien op de naaimachine laat ik de speld ook gewoon zitten, zodat de stof echt niet kan verschuiven.

Blok 3: Dit blok is een ‘vierkant in een vierkant’ oftewel het square in a square blok. Ook dit blok naai je met behulp van driehoeken, maar nu in combinatie met een vierkant. Dit quiltblok maak je in twee verschillende maten, één grote en vijf kleine.


Blok 4: Het vierde blok is het Churn Dash blok. Voor dit blok moet je verschillende vormen knippen (of snijden). Ik vond het het makkelijkst om met een uitwisbare pen op de achterkant van de stof de maten te tekenen en die vervolgens uit te knippen. Misschien komt dit doordat ik niet veel ervaring heb met het snijden met een rolmes en een lineaal. Ik vond het in ieder geval een stuk makkelijker en sneller gaan!
De Churn Dash blokken zijn één van mijn favoriete blokken. De verschillende vormen zorgen voor een fascinerend geheel.



Blok 5: Orange peel is het vijfde blok. Ook dit blok is echt een favoriet van mij. Voor dit blok appliqueer je de ‘sinaasappelschillen’ op de achtergrondstof. Voor het maken van de schillen gebruik je de mal die achterin het patroonboekje staat. Ik heb het overgetrokken, vervolgens op stevig papier getekend en de mallen uitgeknipt. Hierna vouw je de stof om de mal.
Ik gebruikte een lijmstift om de stof mooi strak om de mal te krijgen. Voor mij is een lijmstift echt een uitkomst, maar anderen zweren juist weer bij de naald en draad-methode. Doordat de schil een ovaal is, is het wat lastiger om de stof er mooi strak omheen te krijgen. Dit vraagt dus even wat oefening en precisie! Maar als je dan alle blokken klaar hebt, mag het resultaat er zeker zijn.
Nog een punt om op te letten is de dikte van je naald. Wanneer je een wat dikkere naald hebt, zie je je steken zitten. Bij het verwijderen van de mallen is het belangrijk om dit zo voorzichtig en zachtjes mogelijk te doen. Wanneer je te hard trekt, kan de mal scheuren, de stof vervormen (dag strakke punten!) en je stiksel kan tevoorschijn komen!



Blok 6: Blok 6 is het Bordered square block oftewel een omrand vierkant. Dit blok maak je met vierkanten die in het midden komen en rechthoeken van twee verschillende maten die je om het vierkant naait. Hierdoor krijg je als het ware een fotolijstjeseffect.
Van deze blokken maak je uiteindelijk twee flatgebouwen. Je kunt de middelste vierkantjes dus zien als de ramen in de flat. Het leek mij leuk om bij één flat te doen alsof het licht brandt, vandaar de gele vierkantjes. Nu nog beslissen wat voor kleur het dak gaat worden. De daken maak je met een overgebleven flying geese blok (blok 7).

Blokken 7 & 8: Het zevende en achtste blok is een variant op het bekende Flying geese block. Je maakt twee verschillende versies, zoals te zien is op de foto hierboven. De eerste versie bestaat uit grote driehoeken. De tweede versie, die ik zelf heel leuk vind, bestaat uit allemaal kleine driehoekjes die paarsgewijs een andere kant op wijzen.

Op naar de volgende quiltblokken!
Hoe meer blokken ik af heb, hoe leuker ik de quilt en het hele proces ga vinden. In het begin was ik bang dat ik het saai zou gaan vinden om zo lang aan één quilt te werken, maar door de verschillende blokken is dit helemaal niet het geval.
Ook valt de moeilijkheidsgraad mij erg mee. Ik had gelezen dat My Small World geen quilt voor beginners is, en ik ben zeker een beginner op het gebied van quilten! Maar de handleiding is erg duidelijk en tot nu toe heb ik nog geen problemen ondervonden. Natuurlijk heb ik wel eens wat uitgehaald, want puntjes die op elkaar aansluiten zijn wel zo mooi!
Nog tien blokken te gaan en dan is het eerste deel van de My Small World Quilt af. Er komen voornamelijk huizen, fabrieken, steden, en houten schuren aan. Ik ben erg benieuwd!
Jose, je vordert al leuk hoor. Leuk blog.
Dank je Joke! Nu op naar de huizen en steden 😉